Zoeken naar:

Wat leer je?

  • Je leert de hulpvraag van patiënten goed in kaart te brengen
  • Je zorgt ervoor dat informatie van patiënten goed verwerkt en veilig opgeslagen wordt
  • Je informeert patiënten en geeft hen advies 
  • Je maakt afspraken voor de huisarts, zoals bijvoorbeeld voor het spreekuur. 
  • Je helpt bij doktersonderzoek 
  • Je voert eenvoudige medische handelingen en onderzoeken uit 
  • Je doet bestellingen voor de praktijk
  • Je zorgt ervoor dat je veilig, schoon en milieubewust werkt
  • Je zorgt ervoor dat je deskundig bent en blijft
  • Je werkt samen met collega’s en andere zorgaanbieders.

Wat zijn de belangrijkste taken van het vak?

  1. Triëren 
  2. Handelen in het kader van de individuele gezondheidszorg 
  3. Praktijkvoering 
  4. Werken aan kwaliteit en deskundigheid

Welke algemene kennis doe je op?

  • Nederlands, referentieniveau 3F
  • Rekenen, referentieniveau 3F
  • Engels, referentieniveau A2 en B1
  • Loopbaan en Burgerschap
Niveaus voor Nederlands en rekenen

Klik hier om meer uitleg te krijgen over het 3F niveau.

Bij Engels geldt voor de onderdelen ‘Lezen’ en ‘Luisteren’ referentieniveau B1, en voor de overige onderdelen referentieniveau A2. Klik hier om meer uitleg te krijgen over A2 en B1 niveau.

Hoe bereiden we je voor op de toekomst?

We leiden je niet alleen op voor het beroep, maar ook om je loopbaan in de toekomst in te vullen. Je krijgt een goed beeld van wat werken in de zorg betekent. Wat het zo leuk maakt en wat het van je vraagt om het leuk te houden. En we vinden het belangrijk dat je ook na je studie je vakkennis en vaardigheden kunt bijhouden Het vak Loopbaan en Burgerschap speelt hierop in.

In welke onderwerpen kun je je verdiepen?

  • Geneesmiddelenkennis: Dit keuzedeel bevat kennis op het gebied van farmacie. Het gaat om het toepassen van kennis en vaardigheden om de medicatieveiligheid te vergroten, de zelfzorgvragen rondom geneesmiddelen te concretiseren, advies te geven over zelfzorgmiddelen en om therapietrouw bij geneesmiddelengebruik te bevorderen.
  • Eerstelijns- en ketenzorg:
    • Nagaan (onderzoeken) van de rol van andere zorgverleners in de eerstelijnszorg voor de patiënt;
    • Patiënten door kunnen verwijzen naar een collega zorgverlener in de eerstelijnszorg;
    • Afspraken kunnen maken op uitvoerend (taak)niveau met collega zorgverleners in de eerstelijnszorg.
  • Medisch technisch handelen:
    • Assisteren bij kleine chirurgische operaties en/of behandelingen;
    • Uitvoeren van medisch-technische handelingen die nog niet in het kwalificatiedossier beschreven staan;
    • Verdieping van kennis van kleine chirurgische ingrepen en/of behandelingen, anatomie, fysiologie etc.
  • Specifieke doelgroepen Doktersassistent: Het keuzedeel omvat de benodigde verdiepende kennis en vaardigheden waardoor de beginnend beroepsbeoefenaar in staat is om specifieke preventieve zorg te bieden en passend advies te geven aan specifieke doelgroepen.
  • Persoonlijk profileren: In dit keuzedeel wordt je bewust gemaakt van zijn talenten en drijfveren. Hij leert je kwaliteiten beter en bewuster in te zetten, te overtuigen en beter samen te werken. Je leert hoe je je ideeën moet vertellen en met je kennis en kunde kan bijdragen aan de organisatie, zorgsector en maatschappij.
Home > Leerdoelen doktersassistent